Basisschool

De basisschool is bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Je kind mag beginnen in de kleuterklas (groep 1 en 2) op de basisschool als het 4 jaar oud is, maar dat hoeft niet. De meeste kinderen beginnen op de basisschool zodra ze 5 jaar oud zijn. Vanaf die leeftijd is het verplicht dat je kind naar de basisschool gaat. Dit geldt voor alle kinderen in Nederland. Het basisonderwijs is gratis.

Het is belangrijk dat je kind de Nederlandse taal al goed genoeg begrijpt en spreekt Voordat je kind naar de kleuterklas van de basisschool kan, kan het ook nog naar de peuterspeelzaal. Dat is voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Je kind hoeft hier niet naartoe. Maar het kan je kind wel helpen. Bijvoorbeeld als het thuis geen of weinig Nederlands hoort en praat.

Op de peuterspeelzaal leert je kind om te gaan met andere kinderen en samen te spelen. Het leert nieuwe woorden en getallen en ook kleuren en vormen te herkennen. Eerder naar school gaan helpt je kind om de Nederlandse taal beter te begrijpen. En beter te spreken. Je kind kan dan zonder (taal)achterstand in groep 3 aan de basisschool beginnen. Alle basisscholen hebben een kleuterklas: groep 1 of 2.

De basisschool is gratis. De peuterspeelzaal niet. Wat je moet betalen, hangt af van je inkomen. Vaak betaalt de belasting of de gemeente mee.

De basisschool is verdeeld in 8 schooljaren, ook wel groepen genoemd. Als een kind 4 jaar oud is, begint het in groep 1. Groep 1 en 2 worden ook wel de kleuterklas genoemd. Vanaf groep 3 leren kinderen lezen, schrijven en rekenen. In groep 8 maken leerlingen een eindtoets, dit heet de 'doorstroomtoets'. De uitslag van de toets geeft samen met het advies van de leraar een inschatting van het niveau van het kind voor de middelbare school.

Belangrijke lessen die gegeven worden op de basisschool zijn onder andere het lezen en schrijven van de Nederlandse taal, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek, tekenen, knutselen en gymles. Voor elk vak krijgt het kind een cijfer. De cijfers staan op het rapport. Op de meeste basisscholen krijgen kinderen 3 keer per jaar een rapport.

Aan ouders wordt gevraagd om betrokken te zijn bij het onderwijs van hun kinderen. Je hebt als ouder regelmatig contact met de leraren. Je bent bijvoorbeeld bij ouderavonden. Dit zijn bijeenkomsten met de leraar en de ouders om te bespreken hoe het met het kind gaat op school.

Kinderen gaan 5 dagen per week naar school, van maandag tot en met vrijdag. De schooltijden kunnen verschillen per school, maar beginnen meestal 's ochtends en eindigen in de middag. Tijdens het schooljaar zijn er verschillende vakanties, zoals de zomervakantie, Kerstvakantie en voorjaarsvakantie.

Kinderen hoeven niet naar school tijdens schoolvakanties, als ze ziek zijn of als ze vrij krijgen voor speciale momenten als een trouwerij, begrafenis of feest- en gedenkdag. Je moet het altijd melden bij de school als je kind ziek is of vragen aan de school als je kind een speciale dag vrij wilt.